Portefeuillehouders
Wethouder Willem-Jan Stegeman |
---|
Ambities
De gemeente wil inzicht krijgen in de risico’s waardoor we adequate maatregelen kunnen treffen. We streven er naar dat het optreden van risico’s zo weinig mogelijk effect heeft op de uitvoering van het bestaande beleid. Amersfoort wil het risicobewustzijn van medewerkers in de organisatie verder stimuleren en maatregelen treffen ter voorkoming of beperking van risico’s. Daarnaast beoordeelt de gemeente het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen geeft inzicht in hoeverre de gemeente in staat is ('voldoende vet op de botten heeft') om de financiële gevolgen van de risico's op te vangen.
Onze inzet
Ter voorbereiding op de begroting is een actualisatie van de risico-inventarisatie uitgevoerd. Risico’s met financiële effecten worden meegenomen bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. De belangrijkste risico’s per programma kunt u ook terugvinden bij de programma’s zelf.
Bewustwording van risico’s is een belangrijke stap in het beheersen van risico’s. Regelmatig moeten we stilstaan bij onze doelstellingen van beleid, programma of project. En nadenken welke risico's het bereiken van deze doelstellingen van beleid in de weg staan. Pas als we onze risico's kennen, kunnen we ook gepaste maatregelen treffen. Hierdoor zijn we als organisatie beter in staat onze doelstellingen te realiseren.
Benodigde weerstandscapaciteit
Tabel: PW.01 Benodigde weerstandscapaciteit
(x € mln.)
De benodigde weerstandscapaciteit per programma is als volgt opgebouwd:
Programma | Jaarrekening 2019 | Begroting 2021 |
---|---|---|
(stand 1-1-2020) | (stand 1-9-2020) | |
1. De duurzame en groeiende stad | ||
1.1 Stedelijk beheer en milieu | 3,2 | 3,8 |
1.2 Ruimtelijke ontwikkeling | 22,0 | 21 |
1.3 Wonen | 0,1 | 0,1 |
1.4 Mobiliteit | 2,0 | 3,1 |
2. De inclusieve en veilige stad | ||
2.1 Sociaal Domein | 8,0 | 8 |
2.2 Veiligheid en handhaving | 0,5 | 0,4 |
3. De lerende, werkende en dynamische stad | ||
3.1 Economie (excl. Duurzaamheid) | 0,0 | 0,1 |
3.2 Onderwijs en Jeugd | 1,0 | 1 |
3.3 Sport | 1,3 | 1,6 |
3.4 Cultuur | 0,1 | 0,8 |
4. Bestuur en dienstverlening | ||
4.1 Bestuur en dienstverlening | 0,6 | 0,8 |
5. Financiën en belastingen | ||
5.1 Financiën en belastingen | 3,3 | 3,3 |
6. Bedrijfsvoering | ||
6.1 Bedrijfsvoering | 2,7 | 2,6 |
Totaal benodigde weerstandscapaciteit | 44,8 | 46,6 |
Ons financiële risicoprofiel bepaalt onze benodigde weerstandscapaciteit. Dit is het bedrag dat nodig is om de financiële gevolgen van de risico’s op te vangen. Deze benodigde weerstandscapaciteit bedraagt, bij een zekerheidspercentage van 90%, € 46,6 miljoen. Dit betekent dat we met 90% zekerheid kunnen zeggen dat het totale risicobedrag tussen de € 0 en € 46,6 miljoen uitkomt. Dit bedrag hebben we nodig om onze risico’s financieel op te vangen. Ten opzichte van de vorige inventarisatie (jaarverslag 2019) is de benodigde weerstandscapaciteit toegenomen met € 1,8 miljoen, voornamelijk door de opgevoerde risico's in verband met corona € 5,0 miljoen. Zonder dit corona-effect is sprake van een daling van € 3,2 miljoen.
Bovenstaande tabel laat zien hoe de benodigde weerstandscapaciteit vanuit de verschillende programma’s is opgebouwd. Onderstaande tabel geeft inzicht in de belangrijkste tien financiële risico’s van de gemeente Amersfoort.Het gaat hier om de belangrijkste risico's gerangschikt naar financiële impact. De kans dat het risico optreedt bepaalt samen met het financiële gevolg de impact van het risico op het risicoprofiel. De financiële impacts van onderstaande risico’s is opgenomen binnen de totaal benodigde weerstandscapaciteit zoals hierboven genoemd.
Tabel: PW.02 Top 10 belangrijkste financiële risico's
(x € mln.)
Risico | Programma | Benodigd weerstandscapaciteit | |
1 | Grondexploitatie Bestaand Stedelijk Gebied (divers) | 1.2 Ruimtelijke ontwikkeling | 4 |
2 | Grondexploitaties Algemeen risico Coronavirus - COVID 19 | 1.2 Ruimtelijke ontwikkeling | 3,5 |
3 | Grondexploitatie Vathorst Bedrijventerrein | 1.2 Ruimtelijke ontwikkeling | 2,9 |
4 | Grondexploitatie Wieken - Noord | 1.2 Ruimtelijke ontwikkeling | 2,5 |
5 | Project Westelijke Ontsluiting: Realiseren van de huidige of gewijzigde scope is niet haalbaar. | 1.4 Mobiliteit | 1,9 |
6 | Grondexploitatie Lichtenberg | 1.2 Ruimtelijke ontwikkeling | 1,5 |
7 | Grondexploitatie Bestaand Stedelijk Gebied - Eemkwartier/Puntenburg | 1.2 Ruimtelijke ontwikkeling | 1,4 |
8 | Toename van lasten door een aanzuigende werking op de vraag naar ondersteuning. Deze aanzuigende werking wordt veroorzaakt door een vaste eigen bijdrage die het voor inwoners aantrekkelijk maakt om ondersteuning via de gemeente te regelen (abonnementstarief WMO). | 2.1 Sociaal Domein | 1,4 |
9 | Er komt vanuit de algemene uitkering minder geld binnen dan waarmee we in de meerjarenbegroting rekening hebben gehouden. | 5.1 Financiën en Belastingen | 1,3 |
10 | Door beleidsontwikkeling van nieuwe en bestaande stoffen bestaat de kans dat maatregelen kunnen leiden tot hoge kosten, stagnatie van projecten en schadeclaims. Voorbeelden: Stikstof, PFAS, Lood, rubbergranulaat, niet gesprongen explosieven. | 1.1 Stedelijk beheer en milieu | 1,1 |
Tabel: PW.02A Risico’s met grootste mutatie weerstandscapaciteit
De risico’s met de grootste mutatie in de weerstandscapaciteit staan in de volgende tabel:
(x € mln.)
Omschrijving | Programma | Jaarrekening 2019 | Begroting 2021 | Mutatie |
---|---|---|---|---|
Corona (exclusief grondexploitaties) - nieuw | diverse | 0,0 | 5,0 | 5,0 |
Volumegroei Jeugd en Wmo - vervallen | 2.1 Sociaal Domein | 2,5 | 0,0 | -2,5 |
Grondexploitaties (totaal) | 1.2 Ruimtelijke ontwikkeling | 19,4 | 17,3 | -2,1 |
Project Westelijke ontsluiting - 1 nieuw risico (€ 1,9 mln), 3 oude risico’s vervallen (€ 1 mln) | 1.4 Mobiliteit | 1,0 | 1,9 | 0,9 |
Hogere kosten/stagnatie projecten door beleidsontwikkeling stoffen - nieuw | 1.1 Stedelijk beheer en milieu | 0,0 | 1,1 | 1,1 |
Inkoop breed spectrum Jeugd | 2.1 Sociaal Domein | 1,5 | 0,6 | -0,9 |
Toename lasten door vraag ondersteuning zorg/Wmo | 2.1 Sociaal Domein | 0,6 | 1,4 | 0,8 |
Meerjarenperspectief
Kijkend naar het toekomstig meerjarenperspectief van het weerstandsvermogen wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds de grondexploitaties en anderzijds de overige risico's.
De effecten van het coronavirus zijn niet in meerjarenprogramma grondexploitaties (MPG) meegenomen. De MPG laat een aanzienlijke daling zien van het weerstandsvermogen voor de bestaande grondexploitaties, veroorzaakt door de afname van de nog te realiseren kosten en opbrengsten (van € 13,8 miljoen in 2021 naar € 8,1 miljoen in 2024). Aanvullend is in verband met het coronavirus en de hiermee gepaard gaande onzekerheden, een ‘algemeen risico’ aangehouden van € 3,5 miljoen (voor 2021 tot en met 2024).
Het risico verbandhoudende met het coronavirus voor grondexploitaties is toegelicht in de paragraaf Grondbeleid.
Daarnaast zijn voor het meerjarenperspectief de nieuwe grondexploitaties relevant. De risico’s hiervan zijn echter, gegeven het stadium van de grondexploitaties, nog niet in beeld.
Voor de overige risico's, exclusief het effect van corona (van € 5,0 miljoen), wordt een lichte stijging verwacht van € 24,1 miljoen in 2021 naar € 24,8 miljoen in 2024.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de saldireserve en de reserve sociaal domein. Deze reserves kunnen we inzetten om de financiële gevolgen van de risico's op te vangen. De reserve Sociaal Domein is voor een deel beklemd voor het Sociaal fonds en het Innovatiefonds. De bedragen die daarvoor beklemd zijn, hebben we in mindering gebracht op het totaal van de reserve Sociaal Domein. Die komt daarmee afgerond op € 0 uit.
Tabel: PW.03 Beschikbare weerstandscapaciteit
(x € mln.)
Jaarrekening 2019 | Begroting 2021 | |
Stand saldireserve | 76,1 | 43,3 |
Reserve sociaal domein | 5,8 | 0,0 |
Totaal weerstandscapaciteit | 81,9 | 43,3 |
Weerstandsvermogen
Als indicator gebruiken we het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen is de beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit. Met andere woorden: het bedrag dat we aan reserves beschikbaar hebben om de financiële gevolgen van de risico's op te vangen, gedeeld door het bedrag dat we op basis van ons risicoprofiel nodig hebben. Deze ratio moet conform de door uw Raad vastgestelde ijkpunten tussen de 1,2 en 1,5 liggen. In dat geval hebben we net wat meer buffer dan nodig is om alle financiële risico's op te vangen. Bij het presenteren van de Kaderbrief 2021-2024 aan uw Raad heeft ons College voorgesteld om, gezien de onzekere financiële tijden waarin we verkeren, als norm voor de weerstandsratio tijdelijk voor de komende jaren 0,9 te hanteren. Bij amendement heeft uw Raad de norm op 1 gesteld voor de jaren 2021 en 2022.
Ondanks onze inspanningen is het ons College niet gelukt om de weerstandsratio in 2021 op 1 te krijgen. Dat komt omdat de risico's gestegen zijn. Ons streven is echter wel om bij de Kadernota 2022-2025 de weerstandsratio voor de jaren 2022 en verder weer op of boven de 1 te krijgen.
Onderstaande tabel geeft het verloop van de weerstandsratio in vergelijking tot de jaarrekening 2019. Meerjarig zien we een daling van de weerstandsratio, in verband met het afnemen van de saldireserve, welke veroorzaakt wordt door het onttrekken van de negatieve begrotingssaldi aan de saldireserve.
Tabel: PW.04 Verloop van het weerstandsvermogen
(x € mln.)
Jaarrekening 2019 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | |
Beschikbare weerstandscapaciteit | 81,9 | 43,3 | 39,4 | 32,5 | 28,1 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 44,8 | 46,6 | 43,0 | 41,5 | 41,4 |
Weerstandsvermogen (ratio) | 1,8 | 0,9 | 0,9 | 0,8 | 0,7 |