Portefeuillehouders
Wethouder Willem-Jan Stegeman |
---|
Doelstellingen
- Lasten die reëel zijn bij het voorzieningenniveau. Bij de kwaliteit en het voorzieningenniveau van een stad als Amersfoort horen lokale lasten die beperkt blijven, maar wél reëel en op een gemiddeld niveau zijn.
- Kostendekkend opleggen van rioolheffing, afvalstoffenheffing en leges/retributies.
Onze inzet
In 2021 varieert de gemiddelde lastenontwikkeling per doelgroep. De lasten voor eigenaren van woningen stijgen van € 55 (7,7%) voor eenpersoonshuishoudens tot € 96 (12,5%) voor meerpersoonshuishoudens. Bij huurders is de verhoging van de lasten € 37 (16,5%) voor eenpersoonshuishoudens. Voor huurders van woningen met een meerpersoonshuishouden bedraagt de verhoging ongeveer € 78 (29%). Deze verhogingen zijn voornamelijk toe te schrijven aan de ontwikkeling van de afvalstoffenheffing als gevolg van toenemende kosten voor de afvalverwerking. De Rioolheffing stijgt namelijk minder dan de reguliere peilaanpassing, met 1,27%. In 2021 wordt de ontwikkeling van de onroerende-zaakbelasting gekenmerkt door een aantal elementen: de jaarlijkse peilaanpassing, de afbouw van de precariobelasting, toenemende kosten voor de bezwaarafhandeling van No Cure No Pay bureaus (uitvoeringskosten) en het wegvallen van een in 2019 en 2020 gehanteerde incidentele korting.
Inwoners met een minimuminkomen die de lokale lasten niet kunnen betalen, kunnen kwijtschelding krijgen. Dit geldt ook voor de privéaanslag van ondernemers met een minimum inkomen.
We zorgen voor een tijdige en correcte verzending van WOZ-waardebeschikkingen en belastingaanslagen. Beschikkingen en aanslagen worden zoveel mogelijk met dagtekening 31 januari, maar uiterlijk met dagtekening 28 februari (wettelijke termijn) verzonden. Ook de afhandeling van bezwaarschriften vindt tijdig plaats. De termijn voor het doen van een uitspraak is het einde van het kalenderjaar, maar Amersfoort streeft ernaar dat traject vóór 1 oktober af te ronden. We verlenen kwijtschelding zo mogelijk geautomatiseerd; schriftelijke verzoeken handelen we binnen een gemiddelde termijn van 50 dagen af.
Van m3 naar m2
In 2016 heeft de Waarderingskamer het besluit genomen om alle gemeenten en uitvoeringsorganisaties de woningen verplicht te laten taxeren op basis van de gebruiksoppervlakte. In het besluit is rekening gehouden met een overgangstermijn van vijf jaar. De belangrijkste reden om over te gaan naar het gebruik van de gebruiksoppervlakte is dat dit beter aansluit bij de markt. Immers in nagenoeg alle (internet) advertenties voor de verkoop van woningen staat de gebruiksoppervlakte van de woning centraal.
In 2021 worden woningen in de gemeente Amersfoort voor het eerst getaxeerd op basis van vierkante meters gebruiksoppervlakte (m2). Dit is mogelijk doordat de omvangrijke conversie van inhoud (m3) naar oppervlakte (m2) voor alle woningen binnen onze gemeente in 2020 is afgerond. Voor het belastingjaar 2022 moet de overgang naar taxeren op basis van gebruiksoppervlakte gerealiseerd zijn. Amersfoort heeft dit dus ruim op tijd gerealiseerd.
Aansluiting op de Berichtenbox van MijnOverheid
De afdeling Belastingen is aangesloten op de Berichtenbox van MijnOverheid. Dit betekent dat WOZ-beschikkingen/aanslagbiljetten gemeentelijke belastingen en de aanmaningen, beveiligd in de Berichtenbox worden geplaatst wanneer inwoners daarvoor toestemming hebben gegeven. Voor bedrijven komt er een bedrijvenvariant. Meer dan de helft van alle privé-aanslagen (54%) wordt al via de Berichtenbox verzonden.
Digitale belasting balie
Voor de digitale balie van Belastingen is in 2020 de basis gelegd. In 2021 zal een verdere doorontwikkeling plaatsvinden, waarmee de digitale dienstverlening voor inwoners en bedrijven rondom het proces van waarderen, heffen en innen wordt geoptimaliseerd. Door deze belastingbalie is de afdeling Belastingen 24/7 bereikbaar. Inwoners kunnen bijvoorbeeld digitaal hun aanslagen en taxatieverslagen raadplegen, wijzigingen doorgeven en betalen via iDeal. Daarmee brengt de afdeling Belastingen de dienstverlening van Amersfoort dichterbij. Vanaf 2021 kunnen belastingplichtigen ook digitaal bezwaar indienen.
Betalingstermijnen aanslagen
Voor aanslagen die via automatische incasso worden geïnd gelden 10 termijnen. Ruim 70% van de belastingbetalers betaalt via automatische incasso. Het aantal termijnen zal in 2021worden gehandhaafd. Aanslagbedragen van meer dan € 5.000 kunnen overigens niet via automatische incasso worden geïnd. Daarvoor geldt een betaaltermijn van een maand. Voor overige niet-automatische incasso’s gelden twee betaaltermijnen. In het vervolg van deze paragraaf lichten wij onze beleidsvoornemens nader toe.
Onroerende-zaakbelasting (OZB)
Tariefontwikkeling
De reguliere peilaanpassing is bepaald op 2%. Deze wordt jaarlijks verwerkt in de tarieven. Een andere maatregel is de afbouw van de precariobelasting. Het Rijk heeft besloten de precariobelasting voor ondergrondse infrastructuur van nutsbedrijven af te schaffen per 2022. Uw raad heeft ervoor gekozen om de precariobelasting geleidelijk af te bouwen. Deze afbouw wordt verwerkt in de OZB zodat ook in 2021 een bedrag van € 575.000 wordt opgenomen in het tarief. De toenemende kosten voor de voor de afhandeling van bezwaarschriften van No Cure No Pay bureaus worden voor € 250.000 verwerkt in het tarief. Tot slot vervalt ook het laatste deel van de in 2019 gehanteerde incidentele korting (€ 400.000). Deze maatregelen tezamen zorgen voor een verhoging van de gemiddelde aanslag OZB met 4,6%.
Herwaardering
Voor het belastingjaar 2021 zal de OZB worden gebaseerd op de nieuwe taxatiewaarden met prijspeil 1 januari 2020. Vanuit het oogpunt van stabiliteit en voorspelbaarheid hebben schommelingen van WOZ-waardes geen invloed op de hoogte van de gemiddelde aanslag OZB. Niet wanneer waardes dalen, maar ook niet als waardes stijgen. Bij de tariefaanpassing voor 2021 zullen wij ervoor zorgen dat als gevolg van de herwaardering de tarieven in procenten weliswaar lager zijn, maar dat de aanslag OZB in euro's gelijk blijft. Wel kan het natuurlijk zo zijn dat bepaalde typen onroerend goed een waardeontwikkeling laten zien die van het gemiddelde afwijkt, hetgeen dan ook tot een hogere of lagere belastingaanslag zal leiden. Vooral voor woningen geldt dat de waardeontwikkeling voor sommige categorieën fors is. Uit de eerste resultaten van de herwaardering zijn flinke schommelingen te zien tussen wijken en typen woningen. De afwijkingen variëren van een stijging van enkele procenten tot waardestijgingen van wel 20% en meer. Juist bij grote waardestijgingen zullen belastingplichtigen meer dan gemiddeld bijdragen aan OZB en rioolheffing. Dat feit brengt naar alle waarschijnlijkheid met zich dat een groter aantal Amersfoorters contact zoekt of bezwaar maakt. Dat effect was in 2019 en 2020 al duidelijk, toen de waardestijgingen ook fors waren.
Bij de vaststelling van de verordeningen OZB en rioolheffing gaan wij nader in op de uitkomsten van de herwaardering en zullen dan eveneens de nieuwe gemiddelde WOZ-waarde opnemen (verplichte indicator BBV). Vanwege de complexiteit van de markt voor onroerend goed op dit moment is het nog de vraag of de herwaardering voor de begrotingsvaststelling kan worden afgerond.
Samenwerking met inwoners en bedrijven
Wij streven naar een zo goed mogelijke herwaardering, vertrouwen op deze waardering en streven naar een zo beperkt mogelijk aantal bezwaarschriften. Daarom stuurt de afdeling Belastingen jaarlijks een zogenaamde voormelding aan enkele duizenden eigenaren van onroerend goed. Eigenaren krijgen een geprognosticeerde WOZ-waarde, met daarbij een onderbouwing van de totstandkoming van die waarde. Dat alles in een digitale omgeving, die benaderbaar is via de digitale belastingbalie. Met een respons van zo’n 25% worden door de voormelding vooraf eventuele gebreken, verbouwingen etc. onderkend. Niet alleen het aantal bezwaarschriften neemt daardoor relatief af, maar het vertrouwen in een WOZ-waarde waar eigenaren invloed op kunnen hebben, neemt daardoor toe.
Daarnaast is de mogelijkheid om contact op te nemen met de taxateur en met hem of haar te overleggen over de totstandkoming van de WOZ-waarde. Ook wanneer de aanslag/WOZ-beschikking al is opgelegd en de inwoner of het bedrijf hierover vragen heeft, of als hij het niet eens is met de waarde. Dat past in een informelere benadering van geschilsituaties. Immers, een juridisch juiste duiding van een geschil, betekent niet automatisch dat een probleem is opgelost. Zonder afbreuk te doen aan de procedurele rechtvaardigheid, zijn er mogelijkheden om te zorgen voor effectieve geschilbeslechting. Het grote voordeel voor inwoners en bedrijven is dat zij niet per definitie bezwaar moeten maken om tot een oplossing te komen. Zo lossen we samen een probleem op en voorkomt het directe contact dat inwoners en bedrijven de stap naar een zgn. No-cure-no-pay bureau (NCNP) maken. Het aantal bezwaren door NCNP's is fors gestegen, wat voor de gemeente geleid heeft tot hogere kosten in de afgelopen jaren.
Afvalstoffenheffing
Algemeen
De afvalstoffenheffing wordt kostendekkend geheven. Dat wil zeggen dat ook de kwijtschelding, oninbaarverklaringen en een deel van de kosten van straatvegen door worden berekend in de tarieven. Dit beleid van volledige kostendekking zetten wij ook in 2021 voort. De gehanteerde heffingssystematiek met twee tarieven, een (lager) tarief voor eenpersoonshuishoudens en een (hoger) tarief voor meerpersoonshuishoudens, wordt ook in 2021 gehanteerd.
Kostenontwikkelingen
De gemeente heeft de taken en bevoegdheden op het gebied van afvalverwijdering overgedragen aan de AVU, een publiekrechtelijke organisatie met een wettelijke geregelde basis: de gemeenschappelijke regeling. Jaarlijks biedt de Gemeenschappelijke Regeling AVU de ontwerpbegroting aan de gemeenten aan. In de raadsvergadering van 21 april 2020 is gevraagd een zienswijze in te dienen op de Concept programma en product begroting Afval Verwijdering Utrecht (AVU) 2021 . Dat de hogere kosten die de AVU maakt zorgen voor een stijging van de kosten voor afvalinzameling en daarmee een stijging van de afvalstoffenheffing is reeds toegelicht in het raadsvoorstel.
De afgelopen 12 jaar heeft de gemeente profijt gehad van lage tarieven voor verwerking van GFT en restafval. In 2020 zijn er als gevolg van een aanbesteding nieuwe contracten afgesloten. Zo komt er een eind aan de lage tarieven van de afgelopen jaren. Dit komt vooral doordat veel meer aanbod van restafval en GFT is wat het verwerkingstarief duurder maakt. Het komt er op neer dat het door AVU gehanteerde tarief voor brandbaar afval met 73% stijgt van € 89 per ton naar € 154 per ton. Ook de geringe concurrentie op de GFT markt is nadelig voor de gemeente. Het door AVU gehanteerde tarief voor het verwerken van GFT stijgt met 51% van € 56 naar € 85 per ton.
Vanuit de Wet Markt en Overheid is de gemeente verantwoordelijk voor de afvalinzameling haar inwoners en regelt dat de markt zelf verantwoordelijk is voor het ophalen van bedrijfsafval. Dit betekent dat niet alleen de gemeente te maken heeft met toenemende kosten van afval. Ook het bedrijfsleven heeft hier mee van doen. Zo verhogen afvalinnamelaars Omrin, SUEZ en Renewi de tarieven voor bedrijfsafval flink. Dit komt mede door de verhoging van afvalbelasting van € 13,21 euro per ton restafval in 2018 naar € 32,12 per ton in 2019 en € 32,63 per ton in 2020. Mede hierdoor maar ook door algemene prijsstijgingen, waaronder die voor lonen en brandstof geeft Omrin aan dat de tarieven voor afvalverbranding meer dan verdubbelen. Suez geeft aan dat prijzen waarop de afvalstoffenbelasting van toepassing is, reeds in 2020 met vijftien tot twintig procent stegen. Overige tarieven gingen tussen zes en tien procent omhoog. Renewi geeft ook aan dat eerder genoemde kostenstijgingen worden door belast aan bedrijven.
Tabel: PL.01 Kostenbasis afvalstoffenheffing
Afvalverwerking | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|
AVU | 3.901 | 6.509 |
ROVA | 9.428 | 8.949 |
Zwerfafval | 1.100 | 1.130 |
Compensabele BTW | 2.703 | 3.328 |
Oninbaar | 15 | 19 |
Kwijtschelding | 992 | 1.221 |
Overige kosten | 1.019 | 1.330 |
Opbrengst oud papier en PMD | -1.974 | -1.249 |
Totaal afvalverwerking | 17.184 | 21.237 |
Overige kosten gespecificeerd: | ||
Diensten van derden | 415 | 511 |
Kapitaallasten | 25 | 25 |
Lasten voor inning (incl. loonindexering) | 188 | 188 |
Directe en indirecte lasten | 219 | 254 |
Overhead | 172 | 352 |
Totaal overige kosten | 1.019 | 1.330 |
Tarieven
De stijging van 23% van de kostenbasis leidt tot een verhoging van de afvalstoffenheffing met gemiddeld 64 euro per huishouden. Eenpersoonshuishoudens betalen in 2021 een bedrag van € 251,64 (was € 216,00), meerpersoonshuishoudens betalen € 343,32 (was € 266,16). Beide tarieven zijn verplichte indicatoren voor het BBV.
Geraamde opbrengst afvalstoffenheffing is € 21,226 miljoen, dekkingsgraad is nagenoeg 100%.
Rioolheffing
Algemeen
De rioolheffing wordt geheven voor bekostiging van beheer en onderhoud van het gemeentelijk rioleringsstelsel. Evenals de afvalstoffenheffing is de rioolheffing kostendekkend. De kosten van kwijtscheldingen, oninbaarverklaringen en het grondwaterbeheer zitten in deze heffing verwerkt, als ook een deel van de kosten voor straatreiniging/zwerfafval.
Kostenontwikkelingen
De kostenbasis is ten opzichte van 2020 gestegen door prijspeil en areaaluitbreiding. Per saldo komt de rioolheffing in 2021 circa 1,27% hoger uit dan in 2020.
Tabel: PL.02 Kostenbasis rioolheffing
Riolering | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|
Dotaties aan voorzieningen | 5.750 | 5.573 |
Kwijtschelding | 151 | 152 |
Oninbaar | 15 | 15 |
Straatreiniging | 687 | 706 |
Beheer wegen- en watergangen | 807 | 842 |
Compensabele BTW | 1.974 | 1.973 |
Overige kosten | 4.128 | 4.423 |
Totaal riolering | 13.512 | 13.684 |
Overige kosten gespecificeerd: | ||
Diensten derden | 1.784 | 1.810 |
Rova | 1.377 | 1.416 |
Lasten voor inning (incl. loonindexering) | 188 | 188 |
Dienstverlening wijkbeheer | 430 | 442 |
Directe en indirecte lasten | 196 | 232 |
Overhead | 153 | 335 |
Totaal overige kosten | 4.128 | 4.423 |
Herwaardering
Voor de rioolheffing geldt dat de aanslag is gebaseerd op de WOZ-waarde van het pand. De hoogte van de tarieven is daarom afhankelijk van de uitkomst van de herwaardering. Evenals bij de OZB is de ontwikkeling van de WOZ-waardes niet relevant voor de hoogte van de gemiddelde aanslag. Voor de tarieven en de uitkomst van de herwaardering Wet WOZ verwijzen wij u naar de belastingvoorstellen.
Precariobelasting nutsbedrijven
Het Rijk heeft de precariobelasting voor ondergrondse infrastructuur voor nutsbedrijven beperkt. Gemeenten die deze belasting in 2016 al hieven mogen deze nog tot en met 2021 blijven heffen met maximaal het tarief dat gold in 2016. Amersfoort valt binnen deze overgangsregeling. In de kadernota 2018-2022 is besloten de precario voor nutsbedrijven vanaf 2019 in vier gelijke tranches af te bouwen en de vermindering van de precario op te nemen in de OZB. Deze maatregel is verwerkt, zodat de opbrengst voor ondergrondse infrastructuur voor nutsbedrijven met € 575.000 is verlaagd en de tarieven daarop zijn aangepast. Het nutsbedrijf zal als gevolg van de verlaagde precario onder toezicht van de ACM de tarieven dienen te verlagen.
Overige belastingen en rechten
In 2021 wordt ook voor de hondenbelasting en de (overige) precariobelasting de peilaanpassing die geraamd is op 2% gevolgd. Bij vrijwel alle overige heffingen zijn de tarieven gebaseerd op 100% kostendekking. Dit betekent dat voor 2021alle kostenontwikkelingen ten opzichte van 2020 zijn verwerkt. Bij de paspoorten/identiteitskaarten is dit niet het geval, aangezien het Rijk hiervoor maximumtarieven heeft vastgesteld. Ook voor rijbewijzen is door het Rijk een maximumtarief ingesteld. Het tekort op deze leges wordt gedekt uit de algemene middelen.
Toeristenbelasting
Toeristenbelasting kan door een gemeente worden geheven op basis van artikel 224 van de Gemeentewet. Personen die verblijf houden binnen de gemeente, maar zelf geen ingezetene zijn van de gemeente, kunnen de belasting opgelegd krijgen. Het idee achter toeristenbelasting is dat een toerist niet in de gemeente woont en dus niet financieel bijdraagt aan, maar wel gebruik maakt van de aanwezige gemeentelijke voorzieningen. De opbrengst van de toeristenbelasting komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. Een gemeente is dus niet verplicht om de opbrengsten aan toerisme uit te geven, maar mag de opbrengsten besteden hoe ze dat zelf wil. Eind 2020 wordt in overleg met betrokken partijen zoals hoteliers en belangenverenigingen de invoering van de toeristenbelasting per 1 juli 2021 onderzocht.
Lastenontwikkeling inwoners
De ontwikkelingen in de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing worden in het volgende overzicht weergegeven. Dit overzicht is een uitwerking voor de gemiddelde inwoner waarbij uitgegaan is van de hiervoor uiteengezette beleidsvoornemens. Wij benadrukken dat het hier gaat om het statistische begrip gemiddelde inwoner in een woning van € 278.000 (gemiddelde WOZ-waarde met prijspeil 1/1/2019, verplichte indicator BBV). Voor individuele inwoners kan de feitelijke lastenontwikkeling anders zijn dan hieronder beschreven. Dit is vooral afhankelijk van de economische waarde van de woning en van de vraag of hij/zij in aanmerking komt voor kwijtschelding. Verder is de lastenontwikkeling uiteraard afhankelijk van de nieuwe WOZ-waarde van de woning. Met deze kanttekeningen ontstaat het volgende beeld van de gemiddelde lastenontwikkeling in 2021(percentages wijken af als gevolg van afrondingsverschillen):
Tabel: PL.03 Lastenontwikkeling inwoners
(bedragen x € 1,--)
Eenpersoonshuishoudens | Begroting 2017 | Begroting 2018 | groei % | Begroting 2019 | groei % |
---|---|---|---|---|---|
OZB-gebruikersdeel | |||||
Rioolheffing-gebruikersdeel | 55 | 57 | 3,6% | 58 | 1,8% |
Afvalstoffenheffing | 201 | 205 | 2,0% | 207 | 1,0% |
Lasten huurders | 256 | 262 | 2,3% | 265 | 1,1% |
OZB-eigenarendeel | 321 | 335 | 4,4% | 351 | 4,8% |
Rioolheffing-eigenarendeel | 69 | 71 | 2,9% | 72 | 1,4% |
Lasten eigenaren / bewoners | 646 | 668 | 3,4% | 688 | 3,0% |
Meerpersoonshuishoudens | Begroting 2017 | Begroting 2018 | groei % | Begroting 2019 | groei % |
OZB-gebruikersdeel | |||||
Rioolheffing-gebruikersdeel | 55 | 57 | 3,6% | 58 | 1,8% |
Afvalstoffenheffing | 252 | 256 | 1,6% | 260 | 1,6% |
Lasten huurders | 307 | 313 | 2,0% | 318 | 1,6% |
OZB-eigenarendeel | 321 | 335 | 4,4% | 351 | 4,8% |
Rioolheffing-eigenarendeel | 69 | 71 | 2,9% | 72 | 1,4% |
Lasten eigenaren / bewoners | 697 | 719 | 3,2% | 741 | 3,1% |
Eenpersoonshuishoudens | Begroting 2020 | groei % | Begroting 2021 | groei % | groei € |
---|---|---|---|---|---|
OZB-gebruikersdeel | |||||
Rioolheffing-gebruikersdeel | 59 | 1,7% | 60 | 1,3% | 1 |
Afvalstoffenheffing | 216 | 4,3% | 252 | 16,5% | 36 |
Lasten huurders | 275 | 3,8% | 312 | 13,5% | 37 |
OZB-eigenarendeel | 368 | 4,8% | 385 | 4,6% | 17 |
Rioolheffing-eigenarendeel | 73 | 1,4% | 74 | 1,3% | 1 |
Lasten eigenaren / bewoners | 716 | 4,1% | 771 | 7,7% | 55 |
Meerpersoonshuishoudens | Begroting 2020 | groei % | Begroting 2021 | groei % | groei € |
OZB-gebruikersdeel | |||||
Rioolheffing-gebruikersdeel | 59 | 1,7% | 60 | 1,3% | 1 |
Afvalstoffenheffing | 266 | 2,3% | 343 | 29,1% | 77 |
Lasten huurders | 325 | 2,2% | 403 | 24,0% | 78 |
OZB-eigenarendeel | 368 | 4,8% | 385 | 4,6% | 17 |
Rioolheffing-eigenarendeel | 73 | 1,4% | 74 | 1,3% | 1 |
Lasten eigenaren / bewoners | 766 | 3,4% | 862 | 12,5% | 96 |
In onderstaande tabellen zijn de lasten voor de één en meerpersoonshuishoudens weergegeven. Dit overzicht is gebaseerd op de Atlas Lokale Lasten van het COELO over het jaar 2020. De verwachting is overigens dat ook onderstaande gemeenten worden geconfronteerd met lastenverhogingen. Zeker omdat een aantal maatregelen zoals verhoging van de afvalbelastingen alle gemeenten raken.
Tabel: PL.03A Atlas Lokale Lasten Coelo 2020
Eigenaar - bewoner | Eenpersoonshuishouden | Meerpersoonshuishouden |
---|---|---|
Zaanstad | 859 | 859 |
Haarlem | 710 | 845 |
Apeldoorn | 788 | 827 |
Amersfoort | 723 | 773 |
Utrecht | 712 | 762 |
Arnhem | 707 | 750 |
Zwolle | 626 | 682 |
s-Hertogenbosch | 562 | 619 |
Huurders | Eenpersoonshuishouden | Meerpersoons huishouden |
Zaanstad | 586 | 586 |
Haarlem | 406 | 541 |
Utrecht | 442 | 481 |
Apeldoorn | 348 | 398 |
Arnhem | 458 | 508 |
Amersfoort | 358 | 402 |
Zwolle | 335 | 391 |
s-Hertogenbosch | 321 | 378 |
Lastenontwikkeling bedrijven
Hieronder geven wij aan hoe de jaarlijkse gemeentelijke lasten zich in 2021voor een gemiddeld bedrijf ontwikkelen. Wij zijn daarbij uitgegaan van een gemiddelde waarde van een bedrijfspand van € 660.000 (WOZ-waarde naar peildatum 1/1/2019).
Tabel: PL.04 Lastenontwikkeling bedrijven
(bedragen x € 1,--)
Bedrijven (cq niet-woningen) | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Ontwikkeling | Groei € |
---|---|---|---|---|
OZB-gebruikersdeel | 1.877 | 1.963 | 4,6% | 86 |
Rioolheffing-gebruikersdeel | 422 | 427 | 1,3% | 5 |
Lasten huurders | 2.299 | 2.390 | 4,0% | 91 |
OZB-eigenarendeel | 2.298 | 2.404 | 4,8% | 106 |
Rioolheffing-eigenarendeel | 572 | 579 | 1,3% | 7 |
Lasten eigenaren | 2.870 | 2.983 | 3,9% | 113 |
Lasten eigenaren/gebruikers | 5.169 | 5.373 | 3,9% | 204 |
Kwijtschelding van belastingen
Ook dit jaar worden de maximale mogelijkheden tot het verlenen van kwijtschelding benut. Of kwijtschelding wordt verleend hangt af van de betalingscapaciteit van belastingschuldigen. Bij de bepaling daarvan houden wij rekening met 100% van de kosten van levensonderhoud zoals die normatief zijn opgenomen in de landelijke richtlijnen voor het kwijtscheldingsbeleid. Van de mogelijkheid om lagere normen (90% of 95%) te hanteren is bewust geen gebruik gemaakt om zodoende de meest ruimhartige kwijtschelding te kunnen verlenen. Ook ondernemers komen voor kwijtschelding van de privé-aanslag in aanmerking. Aan bijstandsgerechtigden, inwoners die uitsluitend een AOW-uitkering hebben en ondernemers met een BBZ-uitkering wordt in de regel geautomatiseerd kwijtschelding verleend. Deze groep, groot zo’n 3.000 belastingschuldigen, hoeft dus geen verzoek om kwijtschelding in te dienen. De gemeente handelt daar proactief door met verleende toestemming van belastingschuldigen gegevens te laten toetsen bij het Inlichtingenbureau, een onderdeel van het Bureau ketenregistratie werk en inkomen (BKWI). Kwijtschelding is mogelijk voor de OZB, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de hondenbelasting (max.1 hond).
Opbouw belastingramingen
Tabel: PL.05 Belastingramingen
REKENING | BEGROTING | BEGROTING | RAMING | RAMING | RAMING | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Afvalstoffenheffing | 16.039 | 17.183 | 21.237 | 21.895 | 22.499 | 22.832 | |
Hondenbelasting | 655 | 710 | 724 | 724 | 724 | 724 | |
OZB | 44.739 | 47.480 | 49.718 | 50.572 | 50.828 | 51.089 | |
Precariobelasting | 1.940 | 1.308 | 736 | 161 | 161 | 161 | |
Rioolheffing | 13.311 | 13.512 | 13.684 | 13.894 | 14.075 | 14.251 | |
Toeristenbelasting | 0 | 0 | 300 | 600 | 600 | 600 | |
TOTAAL | 76.684 | 80.193 | 86.399 | 87.846 | 88.887 | 89.657 |
De kostenontwikkeling voor de afvalstoffenheffing werkt ook door naar de komende jaren maar kent in 2021 de grootste stijging. Verder wordt in de belastingopbrengsten rekening gehouden met de verwachte landelijke én Amersfoortse groei in het aantal woningen en inwoners. Deze groei is echter achter gebleven ten opzichte van de eerdere verwachtingen die opgenomen zijn in de begroting 2020. Dit is terug te zien in de geraamde opbrengst voor de OZB. Verder wordt de precariobelasting met gelijkmatige stappen tot en met 2022 jaarlijks afgebouwd. Mede om deze reden vlakt de ontwikkeling van de OZB vanaf 2023 af.