Portefeuillehouders
Wethouder Kees Kraanen | Wethouder Willem-Jan Stegeman |
---|
Ambitie
Wij zetten ons in voor een veilige, groene en leefbare openbare ruimte. Deze openbare ruimte bestaat uit wegen, riolering, kunstwerken, water en groen. Daarnaast zetten wij onze gebouwen in voor het bereiken van bestuurlijke doelen, zoals het huisvesten van culturele instellingen, scholen, sportverenigingen en wijkcentra. Openbare ruimte en gebouwen zijn (voor een groot deel) kapitaalgoederen. U vindt hieronder beschreven welke beleidskaders er zijn voor onze kapitaalgoederen. Ook benoemen wij de financiële consequenties van het beleid ten aanzien van onze kapitaalgoederen.
Beleidskader – Openbare Ruimte
INLEIDING
We werken voortdurend aan het in stand houden van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte, zoals wegen, bruggen, riolering, groen en verlichting. Het daarvoor gewenste niveau is ‘de Amersfoortse basis’, vastgelegd in het 'Integraal beheerplan openbare ruimte 2019-2028' (vastgesteld juni 2016), tezamen met de daarvoor benodigde middelen.
We dekken het in stand houden van de openbare ruimte en riolering vanuit de volgende middelen:
- Exploitatie (dagelijks en groot onderhoud);
- Voorziening 'groot onderhoud openbare ruimte' (groot onderhoud wegen/openbare ruimte, baggeren en vervanging groen en bomen);
- Voorziening ‘riolering’ (in afwachting van het nieuwe GRP worden de investeringen in de riolering geactiveerd en de voor deze investering beschikbare middelen en het resultaat op het product worden toegevoegd in de voorziening riolering);
- Vervangingsinvesteringen (ten behoeve van vervanging van o.a. wegen, openbare verlichting, bruggen, kademuren en grote speelplekken).
Voor het groot onderhoud en vervangingen stellen we jaarlijks een (financieel) voortschrijdend meerjarenuitvoeringsprogramma (MJP-OR) op met de concrete activiteiten en projecten die we in voorbereiding en uitvoering nemen en de kosten daarvan (voor engineering, uitvoering en bijkomende kosten). Het MJP-OR beslaat steeds een periode van vier jaar, gelijklopend met de periode van de meerjarenbegroting. Voor de begrotingsperiode 2021-2024 is dit het Meerjarenuitvoeringsprogramma Openbare ruimte 2021-2024. In het MJP-OR worden ook de projecten voor de gemeentelijke riolering opgenomen. De besluitvorming en dekking daarvan loopt via het gemeentelijke rioleringsplan (GRP).
In 2021 zullen we zowel het GRP als het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte actualiseren en opnieuw vaststellen voor de periode 2022-2031. Daarmee sluiten deze beide plannen nauw op elkaar aan.
Programma groot onderhoud en vervangingen
Het MJP-OR 2021-2024 bevat circa 120 projecten. Dit zijn zowel integrale projecten met een gecombineerde aanpak van riolering, wegen, groen, kunstwerken en verlichting, als ook sectorale projecten voor één van deze onderdelen. Denk bijvoorbeeld aan het vernieuwen van lichtmasten, groot onderhoud aan (hoofd)wegen of het vernieuwen van kunstgrasvelden (in de openbare ruimte).
De nadruk in het programma ligt in projecten in de woongebieden. Daarbij is de leeftijd van de wijken een eerste indicatie voor de noodzaak tot vernieuwing. De meeste projecten liggen dan ook nog in de oudste delen van de stad, de zuidelijke delen van Amersfoort en kernen Hoogland en Hooglanderveen. Grote projecten in 2021-2024 zijn de integrale herinrichting van Berg 7/Frederikslaan, Jericho-Jeruzalem (De Koppel), Kamerlingh Onnesstraat e.o. (Leusderkwartier) en de Engweg e.o. (Hoogland). In het Soesterkwartier vragen diverse straten aandacht vanuit wateroverlast, zoals de Palmstraat-Hulststraat. Naast nog nieuwe projecten in de genoemde wijken, verschuift in deze planperiode de aandacht naar Schuilenburg, Rustenburg en Liendert. In deze wijken verandert de opgave omdat in de nieuwere wijken gescheiden rioolstelsels liggen, waardoor kan worden volstaan met relinen in plaats van het hele riool te vernieuwen. De energietransitie, de sanering van brosse leidingen en klimaatadaptatie verleggen de aandacht weer terug naar de ondergrond. Onze focus bovengronds blijft het vernieuwen van groen, verhardingen, kunstwerken en verlichting om deze weer passend te maken aan de huidige functionele eisen en maatschappelijke opgaven.
In de binnenstad worden projecten uitgevoerd in het kader van het programma Stadshart. Waar groot onderhoud of vervanging technisch noodzakelijk is wordt dit afgestemd met het programma. Door de effecten van Corona vinden aanpassingen in het programma plaats. Een bijzonder project is de renovatie van de 17 e eeuwse brug in de Nieuweweg-Havik ("Heksenbrug"), Daarnaast worden diverse kademuren aangepakt.
Het hoofdwegennet wordt jaarlijks geïnspecteerd en waar nodig worden op grotere wegvakken de deklagen te vervangen. Aandachtspunt blijven de wegen met geluidsreducerend asfalt. Deze asfaltconstructie is minder sterk, waardoor deze vaker moet worden hersteld.
In 2021 wordt ook weer gewerkt aan het vernieuwen van fietsbruggen, bijvoorbeeld bij Kabof-Overpad. Ook start de vervanging van een hele serie bruggen in Kattenbroek. In 2021 starten we een grootschalig vervangingsprogramma van lichtmasten. Dit zijn de lichtmasten die niet in integrale projecten zijn opgenomen. De aanbesteding is gestart in 2020. In Vathorst worden de armaturen vervangen. Conform het beleid worden bij vervanging van openbare verlichting steeds naar duurzaamheid gekeken en de meest energie-zuinige varianten gekozen.
Tot slot bevat het programma ook weer bijzondere projecten zoals de renovatie van de skatebaan in Vathorst, uitvoering van het beheerplan park Schothorst, baggeren en damwanden langs de Eem.
Het MJP-OR 2021-2024 geeft een compleet overzicht en een uitgebreidere toelichting op gerealiseerde projecten en de planning voor de komende jaren.
Kaders voor programmering
De keuze van projecten en de programmering wordt bepaald door de volgende kaders:
- Technische in stand houden van de openbare ruimte ; Uitgangspunt voor de programmering is dat de openbare ruimte veilig en functioneel blijft en er geen kapitaalvernietiging plaatsvindt. Dit is samen te vatten als de 'technische noodzaak'. Op deze manier voldoen we ook aan onze wettelijke zorgplicht voor de openbare ruimte.
- Invulling geven aan gemeentelijke beleidsdoelen en ambities ; Naast deze technische noodzaak geven we met de projecten ook vorm aan de gemeentelijke wensen, ambities en opgaven, zoals de duurzaamheids- en klimaatdoelstellingen. Als we de openbare ruimte opnieuw inrichten zorgen we er bijvoorbeeld voor dat we (mogelijke) wateroverlast tegengaan, verdroging of hittestress voorkomen, de stad vergroenen, toegankelijk maken voor iedereen en meer CO2-neutraal maken.
- Integrale projecten en benutten meekoppelkansen ; We zetten in op het integraal aanpakken van straten en buurten. Waar mogelijk combineren we daarbij onderhoud en vervangingen met de maatregelen voor bijvoorbeeld de energietransitie, zoals de aanleg van collectieve warmtenetten, het verzwaren van de elektriciteitsnetten en de aanpassing of verwijdering van het gasnet. De energietransitie krijgt een grote impact op de planning van projecten, maar is momenteel nog te onzeker om er in deze planperiode rekening mee te houden. Wachten op zekerheid vertraagt de noodzakelijke aanpak van de bovengrond. Het dilemma tussen enerzijds zoeken naar meekoppel-kansen en anderzijds doorpakken in het realiseren van projecten zal de komende periode steeds actueel zijn.
- Gebiedsgerichte benadering ; Om meekoppelkansen en ambities in projecten te kunnen verwerken vraagt om afstemming op wijkniveau. Dit kan niet alleen in de projecten en binnen de projectgrenzen. Daarmee sluiten we aan op andere beleidskaders van de gemeente.
- Maatschappelijke wensen ; In de projecten die wij uitvoeren is steeds uitgebreid overleg met omwonenden en belanghebbenden om hun wensen in de uitvoering van de projecten op te nemen.
Daarnaast komen er regelmatig ideeën uit de stad voor de eigen omgeving, variërend van kleinschalige aanpassingen tot grote ingrijpende herinrichtingsprojecten. Er is echter geen financiële ruimte voor dergelijke tussentijdse vernieuwing. Ons vervangingsbudget is er op berekend dat de openbare ruimte eens in de 40 à 50 jaar -als de technische levensduur afloopt- wordt vervangen. We zoeken steeds naar mogelijkheden. Soms lukt het om in overleg met de initiatiefnemers de kleine projecten via budget voor de wijk of het jaarlijkse onderhoud op te pakken. Voor grotere projecten is dat vaak niet mogelijk.
STAND VAN ZAKEN 2020
Werk-met-werk-maken blijft het uitgangspunt, terwijl zowel de hoeveelheid als de complexiteit van de projecten toeneemt. Zoals we in de jaarrekening 2019 hebben laten zien, lukt het om een steeds groter programma uit te voeren. Maar de groei is nog niet groot genoeg geweest om alle achterstanden in halen. In de uitvoering hebben projecten nog weinig last ondervonden van corona. Voor enkele projecten, zoals het herstraten in de binnenstad of asfalteren van hoofdwegen kon worden geprofiteerd van het weinige verkeer. Ten aanzien van participatie is de voorbereiding lastiger geworden. Er moest naar nieuwe manieren worden gezocht om met belanghebbenden, zoals omwonenden te betrekken bij projecten en mee te laten denken en praten.
Tabel: uitgaven voor groot onderhoud en vervanging openbare ruimte (2016-2019)
De capaciteit om de projecten aan te pakken is vergroot en daarnaast leren we beter omgaan met de langere doorlooptijden van projecten. Deze complexiteit blijkt namelijk een gegeven; beheeropgaven zijn meer en meer verweven met andere relevante maatschappelijke opgaven in de stad. Daarnaast is er een grotere samenloop en afhankelijkheid van planningen van externe partijen, zoals het vernieuwen van ondergrondse leidingen door nutsbedrijven of de bouw van woningen. De (her)inrichting van de straat wacht dan op deze ontwikkelingen.
In 2020 zijn een aantal grote projecten afgerond, bijvoorbeeld de herinrichting van de Heideweg- Van Tuijllstraat (Hooglanderveen), de Randenbroekerweg-Noord (Randenbroek) en de Jan Mayenstraat en Leif Eriksonstraat (Kruiskamp). Andere projecten zijn opgestart en lopen door in het komende jaar. Denk bijvoorbeeld aan de herinrichting van de Bisschopsweg, de Zevenhuizerstraat-Hamseweg en de aanpak van kademuren aan de Zuidsingel. Een uitgevoerd project dat nauwelijks merkbaar is was het ‘relinen’ van de riolering in Liendert. Hierbij is de riolering van binnenuit aangepakt en kan weer vele tientallen jaren mee. Daarnaast is een variatie van projecten uitgevoerd: van de aanpak van de rode beukenlaan in Park Schothorst tot het vervangen van een serie houten bruggetjes. Daarbij is uitgebreid onderzocht hoe deze kleinere bruggen in de stad zo duurzaam mogelijk kunnen worden vervangen. Het gaat dan om de keuze van materiaal, hergebruik, effect op flora en fauna, levensduur en onderhoudsbehoefte. Afhankelijk van de locatie en eisen leidde dit onderzoek tot verschillende oplossingen. Zo zijn er bruggen gemaakt van gerecycled hout, werden bruggen vervangen door dammen met duikers of werd gekozen voor staal in plaats van hout (lange levensduur).
Een voorbeeld van een project waar ideeën en initiatieven van bewoners tot een aantrekkelijk resultaat hebben geleid is de vervanging van het kunstgrasveld aan de Meridiaan en de herinrichting van het groen en het Boogschutterplein.
FINANCIËN
Voor de uitvoering van het MJP-OR 2021-2024 is ruim € 78 mln beschikbaar. Daarnaast is er nog achterstand in de uitvoering, waardoor nog middelen beschikbaar zijn in de voorzieningen. Op 1 januari 2020 resteerde er nog € 15,2 mln in de twee voorzieningen. Op basis van de planning en de trend van de afgelopen paar jaar dan is dat resterende bedrag en de achterstand op 1-1-2021 iets ingelopen.
Tabel: Middelen voor uitvoering groot onderhoud en vervanging openbare ruimte (2021-2024)
Voorziening openbare ruimte
De voorziening openbare ruimte is bedoeld voor het uitvoeren van groot onderhoudsprojecten en de vervangingen van groen en bomen. Het gaat dan bijvoorbeeld om asfalteringswerkzaamheden, baggeren of herstraten. Groot onderhoud zorgt er voor dat assets de beoogde levensduur halen. Bij integrale herinrichtingsprojecten is dus steeds sprake van een gecombineerde financiering vanuit de voorziening openbare ruimte voor het groen, voorziening riolering voor riolering en water en de vervangingsinvesteringen voor de overige onderdelen van de openbare ruimte.
In de periode 2021-2024 wordt een jaarlijks bedrag van € 4,1 mln in de voorziening gedoteerd.
Voorziening riolering
De stand van deze voorziening riolering is behoorlijk toegenomen. Dit heeft twee oorzaken. Enerzijds zijn er achterstanden in de uitvoering, met name door beperkte besteding in de jaren 2013 tot 2016. De laatste jaren is deze trend weer omgebogen. Anderzijds worden vanaf 2018 werkzaamheden als het vernieuwen van het riool, bijleggen van regenwaterriolen of het relinen geactiveerd conform de voorschriften in het BBV. Door het activeren hebben we te maken met rente en afschrijvingen.
De voor deze investering beschikbare middelen en het resultaat op het product worden toegevoegd in de voorziening. De stand van de voorziening op 1-1-2020 was daardoor € 26,7 mln. Daarvan is € 13,6 mln beschikbaar voor dekking van al geplande projecten en dekt € 13,1 mln de kapitaallasten en rente van al gerealiseerde projecten in 2018 en 2019. De voorziening neemt ook in 2020 weer toe met de geplande dotatie en een eventueel resultaat op het product. In de tabel is aangenomen dat de dotatie gelijk blijft over de vier jaar. In het nieuw op te stellen GRP 2022-2031 moet echter worden bepaald hoe hoog de jaarlijkse dotatie is en voor welke financieringsvorm wordt gekozen binnen de mogelijkheden die het BBV daarvoor geeft: activeren en in 40 jaar afschrijven of sparen voor toekomstige vervangingsinvesteringen.
Vervangingsinvesteringen
Bij vaststellen van het Integraal Beheerplan Openbare Ruimte 2019-2028 is, in overeenstemming met de BBV, besloten dat er investeringsruimte komt voor vervangingsinvesteringen. Op basis van de leeftijd van het areaal (c.q. afschrijvingstermijn) is de benodigde omvang bepaald. Tussen 2019 en 2028 is de benodigde investeringsruimte per jaar bepaald. De bedragen wordt jaarlijks in de kadernota aangevraagd.
Voor de diverse onderdelen zijn eigen afschrijvingstermijnen. Voor de kadernota-aanvraag voor het jaar 2024 is berekend dat de gemiddelde termijn voor de openbare ruimte 35 jaar is.
De onderdelen van de openbare ruimte die worden vernieuwd worden geactiveerd. Dit geldt voor het vernieuwen van verhardingen, bruggen en kademuren, grote speelvoorzieningen en kunstgrasvelden en lichtmasten en armaturen. Vernieuwingen van groen worden niet geactiveerd en dus uit de voorziening openbare ruimte betaald.
Amersfoortse basis
De vastgelegde ambitie is 'Amersfoortse basis'. In de maatregelen en onderhoudsbestekken betekent dit minimaal een B-kwaliteit voor de technische staat van de openbare ruimte. Op een aantal onderdelen bieden onze aannemers een betere of A-kwaliteit. Daarmee realiseren we in Amersfoort een goede onderhoudskwaliteit. Door diverse oorzaken staat deze kwaliteit soms wel tijdelijk of op onderdelen onder druk. Denk bijvoorbeeld aan de drie hete, droge zomers. Met name (jonge) bomen hebben het hierdoor moeilijk. De corona-periode laat meer gebruik van onze groene plekken zien. Dit leidt tot extra slijtage, maar helaas ook tot extra vervuiling en vernielingen. We werken er steeds aan om zo snel mogelijk weer op het beoogde niveau te komen.
De achterstand op vervangingen lopen we langzamerhand in. Maar het zet de gewenste onderhoudskwaliteit van groen en wegen in de oudere gebieden onder druk. Op basis van de laatste inspectiecijfers van de verharding zien we de dit terug in een te hoog percentage lage kwaliteiten. Deze gebieden staan in de planning, maar het duurt nog te lang voor we daadwerkelijk tot uitvoering komen. We waarborgen overal de veiligheid en functionaliteit, maar moeten in die buurten soms concessies doen aan de beeldkwaliteit en ‘toonbaarheid’.
Het aandeel van Eemfors als wijkonderhoudsaannemer is in 2020 weer iets teruggelopen doordat het onderhoudsbestek Randenbroek-Schuilenburg op de markt is aanbesteed. Het aandeel van Eemfors in het totale wijkonderhoud van Amersfoort is daarmee 49% geworden. We sluiten met deze ontwikkeling aan op de dalende capaciteit in de organisatie van Eemfors. Bij de aanbesteding van ons wijkonderhoud selecteren we behalve op onderhoudskwaliteit op social return, duurzaamheid en faciliteren van zelfbeheer. Alle aannemers zetten mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in.
In de Binnenstad is de ambitie voor de bovengrondse openbare ruimte kwaliteitsniveau ‘A’, maar in de praktijk ligt de gerealiseerde kwaliteit hier iets onder. Ook dit wordt mede veroorzaakt door later vervangen van areaal, in combinatie met de hoge gebruiksdruk en extra slijtage. We gebruikten de stille corona-tijd om op diverse plekken de bestrating recht te leggen, zonder dat we hierdoor (extra) hinder voor de ondernemers opleverden. In het kader van visie op het Stadshart worden de komende periode projecten opgepakt, waarna we ook weer het gewenste onderhoudsniveau willen realiseren.
Tabel: PK.01 Onderhoudtabel
Gerealiseerde kwaliteit 2018 | Technische staat | Inspectie- monitoringsmethode |
---|---|---|
Groen | B | Beeldkwaliteit CROW kwaliteitscatalogus |
Bomen | B | Kwaliteitseisen Beheerrichtlijnen Bomen/ BVC-inspectie |
Spelen | B | Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen |
Oevers en beschoeiingen | B-C | Inspectie op veiligheid |
wegen | B | Inspectie CROW schadebeelden/beeldkwaliteit |
Civiele kunstwerken | B | Inspectie op veiligheid/ functionaliteit |
Openbare verlichting | B | Inspectie op functionaliteit/ NSVV-normen/ beeldkwaliteit |
Riolering | B | Functioneel niveau/ RIONED-normen |
Beleidskader – Gebouwen voor maatschappelijk en ruimtelijk beleid
De gemeentelijke vastgoedportefeuille bestaat in hoofdlijn uit twee delen: het maatschappelijk vastgoed en het strategische vastgoed. In totaal zijn het circa 400 vastgoedobjecten, bestaande uit gebouwen en gronden. Het maatschappelijk vastgoed huisvest organisaties die van belang zijn voor een prettige woonomgeving, sociale cohesie en maatschappelijk welzijn. Het zijn musea, wijkcentra, monumenten, sportgebouwen en -velden, atelierruimtes, terreinen voor volks- en speeltuinen en scoutingverenigingen en enkele tijdelijke onderwijsgebouwen. Ook hebben we zeven multifunctionele accommodaties (MFA's), waarin meerdere functies met elkaar in één gebouw gehuisvest zijn. Dit betreffen relatief grote en moderne gebouwen in onze portefeuille. Ter illustratie: deze zeven gebouwen beslaan meer dan een kwart van het aantal vierkante meters in onze portefeuille. Voorbeelden zijn het Eemhuis, het Icoon en de Zonneparel. Daar waar wij voornemens zijn maatschappelijk vastgoed te vervangen, staat dit opgenomen onder de geplande investeringen.
Onderdeel van ons vastgoed zijn ook ongeveer 25 monumentale objecten, onder andere de Koppelpoort, de Onze Lieve Vrouwe-toren en de Monnikendam. Het zijn met name objecten die een cultuurhistorische en/of maatschappelijke functie binnen de gemeente hebben. De exploitatie van deze groep panden kan door hun kenmerkende karakter niet kostendekkend gebeuren. Deze objecten zijn niet of slechts gedeeltelijk te verhuren en hebben hoge onderhoudskosten, omdat het onderhoud zeer specialistisch van aard is. Om het tekort op de exploitatie in deze groep te verkleinen is een structurele bijdrage in de begroting opgenomen. Hiermee wordt de instelling van een onderhoudsvoorziening voorbereid.
De strategische portefeuille bestaat uit (tijdelijk) vastgoed, dat verworven is voor de uitbreiding en kwalitatieve verbetering van de stad, zoals voor woningbouw en voor bedrijfsmatige en infrastructurele projecten. Ook het te verkopen vastgoed maakt onderdeel uit van de strategische portefeuille.
Het beheer en de exploitatie van ons vastgoed hebben wij voor een groot deel uitbesteed aan SRO Amersfoort BV. Hiertoe hebben wij met SRO een Raamovereenkomst onroerende zaken gesloten, waarin ook zaken als staat van onderhoud en exploitatierisico zijn opgenomen. Eind 2019 is er voor een periode van drie jaar een overeenkomst gesloten. Voor de sportgebouwen en ook de meeste van de welzijns- en culturele gebouwen bouwt SRO de onderhoudsvoorziening op en voert zij vanuit deze voorziening het meerjarig, planmatig onderhoud uit. Voor de MFA's en de Flint geldt dat de gemeente de onderhoudsvoorziening opbouwt. De basis voor deze voorziening zijn meerjarige onderhoudsplannen die elke drie jaar geactualiseerd worden. Een actualisatie van onderhoudsplannen kan invloed hebben op de hoogte van de noodzakelijke voorziening en daarmee de jaarlijkse dotatie aan deze voorziening.
In de nieuwe Raamovereenkomst hebben wij onze afspraken met SRO aangescherpt. Ook hebben wij met KPI’s vastgelegd welke informatie over ons vastgoed SRO rapporteert op de thema's veiligheid, duurzaamheid en klanttevredenheid. Vanuit deze informatie werken wij de komende jaren met SRO aan de verbetering van de prestaties van ons vastgoed. Daarnaast werken wij aan deze verbetering op basis van de kaders in de Nota Vastgoedbeheer , bijvoorbeeld door beleid te ontwikkelen op het verduurzamen en het beter toegankelijk maken van ons vastgoed. Er is een Routekaart opgesteld voor de verduurzaming van onze vastgoedportefeuille. Dit heeft geleid tot het beschikbaar stellen van budget in de begroting 2021-2024 om een begin te maken met de verduurzaming van onze portefeuille.
Beleidskader – Gebouwen voor gemeentelijke organisatie
In het najaar van 2019 heeft de raad besloten tot de realisatie van de nieuwe huisvesting voor de gemeentelijke organisatie. In het nieuwe kantoorconcept staat ontmoeten en samenwerken centraal. Door de toepassing van dit concept kunnen we onze huisvesting efficiënter maken en van 5 verschillende locaties naar 1 locatie gaan.
In afwachting van de start van de werkzaamheden voor de gemeentelijke huisvesting wordt in de huidige gebouwen alleen het instandhoudingsonderhoud uitgevoerd. Doordat realisatie van de nieuwe huisvesting nog enige tijd zal duren en om te kunnen voldoen aan wettelijke eisen m.b.t. brandveiligheid en ARBO zullen daarnaast ook extra werkzaamheden noodzakelijk zijn. Ook de Corona zal om diverse aanpassingen vragen. Het rendement van deze voorzieningen zal uiteraard slechts tijdelijk kunnen zijn, gedeeltelijke desinvestering zal onontkoombaar zijn.
Gezien de planvorming voor het Stadhuis in 2015 sloot de voorziening onderhoud stadhuiscomplex niet meer aan bij het meerjarenonderhoudsplan en is op basis van verslaggevingsregels de voorziening geheel vrijgevallen en gestort in de bestemmingsreserve onderhoud gebouwen stadhuisplein. De reserve wordt sindsdien gevoed met de jaarlijkse dotatie voor onderhoud gebouwen stadhuisplein. De onttrekking zal op basis van de werkelijke uitgaven plaatsvinden. Dat betreft instandhoudingsonderhoud voor de huidige gebouwen. Na het gereedkomen van de nieuwe huisvesting wordt een nieuw duurzaam meerjarenonderhoudsplan opgesteld, waarna de reserve wordt omgebouwd naar een reguliere onderhoudsvoorziening.
Voor de niet te renoveren locaties (Stadhuisplein 4,5 en 7, Hof 2 en de gebouwen van het CNME) geldt dat het beheer en onderhoud van deze panden in lijn wordt gebracht conform de beleidskaders in de Nota Vastgoedbeheer. Voor deze locaties zijn nieuwe duurzame meerjarenonderhoudsplannen opgesteld.
ICT
De IT (vervangings)investeringen bestaan zowel uit vervangingen op het terrein van de technische infrastructuur als vervanging en doorontwikkeling van bedrijfsapplicaties. Het doorvoeren van de vervangingen is gericht op het handhaven van de bedrijfszekerheid en (verplicht) meegroeien met ontwikkelingen van leveranciers (technologie) en wet- en regelgeving.
Onderwijsgebouwen
Wij hebben het economisch claimrecht op de onderwijsgebouwen voor primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Na een wijziging van de onderwijswetgeving op 1 januari 2015 zijn alle schoolbesturen verantwoordelijk voor het totale onderhoud en aanpassingen aan schoolgebouwen. Wij zijn verantwoordelijk voor nieuwbouw, uitbreiding en vervangende nieuwbouw. Wij hebben een Integraal Huisvestingsplan gemaakt om onderwijshuisvesting te vervangen en te verduurzamen. Sinds 2019 is de uitvoering van de gemeentelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting doorgedecentraliseerd naar 2 coöperaties van schoolbesturen: Samenfoort PO en Samenfoort VO. In de periode van 2019 tot 2059 worden in totaal 100 schoolgebouwen vervangen of vernieuwd.
Tabel: PK.02 afschrijvingsduur per categorie
Categorie | Afschrijvingsduur |
---|---|
Immateriële vaste activa | |
Saldo van agio en disagio | 5 jaar |
Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief | 5 jaar |
Bijdrage aan activa in eigendom van derden | 10 - 15 jaar |
Kosten van geldleningen (deze worden direct t.l.v. de exploitatie gebracht) | |
Materiële vaste activa | |
Automatisering: | |
Netwerkbekabeling glas | 10 jaar |
Thin-cliënts | 6 jaar |
Server software en licenties | 3 á 5 jaar |
Werkplekken | 2 á 5 jaar |
Data center voorzieningen | 3 á 6 jaar |
Inventaris: | |
Meubilair | 10 jaar |
Overige voorzieningen | 5 á 15 jaar |
Vervoermiddelen: | |
Dienstauto's | 5 jaar |
Gebouwen: | |
Scholen | 40 jaar |
Sporthallen/ gymzalen | 40 jaar |
Theatervoorzieningen en overige gebouwen | 25 á 50 jaar |
Kleed- en wasaccomodotaties | 25 jaar |
Diverse noodlokalen | 15 jaar |
Terreinen: | |
Sportterreinen | 40 jaar |
Speelterreinen | 30 jaar |
Kunstgrasvelden | 10 jaar |
Infrastructuur: | |
Reconstructies en groot onderhoud wegen | 25 á 40 jaar |
Kademuren/ bruggen | 50 jaar |
Beschoeiingen | 40 jaar |
Houten bruggen | 25 jaar |
Verkeersregelinstallaties | 15 jaar* |
Openbare verlichting masten | 48 jaar |
Openbare verlichting armaturen | 24 jaar |
Openbare verlichting kabels | 60 jaar |
Openbare verlichting schakelkasten | 30 jaar |
Activa economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. | 10 jaar |
Rioleringsinvesteringen | 40 jaar |
* Er is gebleken dat de levensduur van de verkeersregelinstallaties langer is dan de oorspronkelijke 10 jaars termijn, waardoor het gerechtvaardigd is om de levensduur te verlengen naar 15 jaar.