Home

Financiën

Het vertrekpunt voor de Kaderbrief 2021-2024 vormt de in uw raad vastgestelde meerjarenbegroting 2020-2023. Die sloot in alle jaren met een per saldo tekort, maar vertoonde in 2021 een positief structureel saldo, waarmee we voldeden aan de wet- en regelgeving om óf het eerste jaar, óf het laatste jaar van de meerjarenraming minimaal structureel in evenwicht te zijn (of een positief saldo te hebben).
Na het opstellen van deze meerjarenbegroting 2020-2023 verscheen de septembercirculaire van het gemeentefonds 2019. De septembercirculaire was positief. Dankzij hogere rijksuitgaven voor de komende jaren, steeg onze netto-bestedingsruimte ook in de periode 2021-2024. Dat leidde tot het volgende financiële beeld als uitgangspunt voor de Kaderbrief:

Tabel: FO.01 Uitgangspositie Kaderbrief 2021-2024

(x €mln.)

BEGROTING 2021

RAMING
2022

RAMING
2023

RAMING
2024

1

Begrotingssaldo cf. begroting 2020-2023

-7,5

-11,5

-10,4

-13,4

2

Septembercirculaire 2019

4,6

5,2

4,6

4,6

Waarvan structureel

6,1

3,5

2,9

-0,1

Waarvan incidenteel

-9,0

-9,8

-8,7

-8,7

Bovenstaande tabel laat zien dat de overall financiële uitgangssituatie voor de Kaderbrief zorgelijk is; onze financiële situatie in combinatie met de belangrijke raadsopgaven en de gevolgen van de coronacrisis voor de economie vragen de komende jaren om oplossingen en keuzes. In elk jaar zijn de lasten per saldo hoger dan de baten: we geven jaarlijks meer geld uit dan er binnen komt. Dit gaat ten koste van onze saldireserve en daarmee ons weerstandsvermogen. Alleen structureel hebben we (na verwerking van de septembercirculaire van het gemeentefonds) een overschot in de begroting in de jaren 2021 t/m 2023.
Dat betekent ook dat er bij voorbaat geen financiële ruimte is in de Kaderbrief. Als gemeente worden we echter wel geconfronteerd met autonome ontwikkelingen waar we niet onderuit kunnen, maar die wel structureel of incidenteel geld kosten. De echt noodzakelijke autonome ontwikkelingen hebben we daarom met voorrang meegenomen in de Kaderbrief. Alles wat op dit moment minder noodzakelijk is of wat als een wens kan worden gezien, betrekt ons College bij de integrale afweging bij de Kadernota 2022-2025.

Ten tijden van het opstellen van de Kaderbrief was de meicirculaire nog niet gepubliceerd, dus die effecten hebben we niet verwerkt in de Kaderbrief.
Kijkend naar de huidige ontwikkelingen, dan zien we dat we te maken hebben met een beperkte structurele doorwerking uit de Jaarrekening 2019 van ongeveer € 0,1 miljoen. Daarnaast zijn er de incidentele en structurele autonome ontwikkelingen. In de begroting 2020-2023 zat in de jaarschijf 2021 een incidentele dubbeltelling met betrekking tot de voor- en vroegschoolse educatie. Wanneer we daarvoor corrigeren, levert dat weer € 0,8 mln. incidentele ruimte op.  
Alle onontkoombare autonome ontwikkelingen van dit voorjaar samen, leiden tot het onderstaande beeld:

Tabel: FO.02 Ontwikkelingen Kaderbrief 2021-2024
(x €mln.)

BEGROTING 2021

RAMING
2022

RAMING
2023

RAMING
2024

Structureel

1

Structureel effect jaarrekening 2019

0,1

0,1

0,1

0,1

2

Autonome ontwikkelingen

3,6

3,3

4,4

6,5

3

Vervangingsinvesteringen

-

-

-

0,4

Totaal structureel

3,7

3,4

4,5

7,0

Incidenteel

4

Autonome ontwikkelingen

1,9

1,2

0,6

-

5

Correctie dubbel budget VVE

-0,8

-

-

-

Totaal incidenteel

1,1

1,2

0,6

-

Totaal stuctureel en incidenteel

4,8

4,6

5,1

7,0

Wanneer we de autonome ontwikkelingen bij het begrotingssaldo tellen dat na verwerking van de septembercirculaire 2019 resteerde, levert dat de volgende cijfers op:

Tabel: FO.03 Begrotingssaldo na Kaderbrief 2021-2024
(x €mln.)

BEGROTING 2021

RAMING
2022

RAMING
2023

RAMING
2024

1

Uitgangspositie Kaderbrief 2021-2024

-2,9

-6,3

-5,8

-8,8

2

Structurele ontwikkelingen Kaderbrief 2021-2024

-3,7

-3,4

-4,5

-7,0

3

Incidentele ontwikkelingen Kaderbrief 2021-2024

-1,9

-1,2

-0,6

-

4

Correctie dubbel budget VVE

0,8

-

-

-

Waarvan structureel

2,4

0,1

-1,6

-7,1

Waarvan incidenteel

-10,1

-11,0

-9,3

-8,7

Weerstandsratio

1,0

0,8

0,7

0,3

Het begrotingssaldo sluit in geen enkel jaar van deze meerjarenperiode. Dat betekent dat er jaarlijks geld uit de saldireserve gehaald moet worden om een sluitende begroting te realiseren. In totaal zou er dan de komende vier jaren bij ongewijzigd beleid incidenteel € 45,3 miljoen onttrokken moeten worden aan de saldireserve. Dat heeft forse implicaties voor de weerstandsratio.
Het structurele saldo is wel nog positief in de eerste twee jaarschijven. De laatste twee jaarschijven komt ook het structurele saldo ‘in de min’.
Ook na 2024 zullen de vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte en de doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting jaarlijks en cumulatief verder oplopen met gemiddeld € 1,5 miljoen structureel per jaar. Dat geldt ook voor de opschalingskorting/ apparaatskorting van het Rijk die in 2025 de laatste tranche kent van ruim € 1,5 miljoen structureel.
We voorzien derhalve nu al een continuering van de financiële opgave, ook ná 2024.

Ontwikkelingen na het vaststellen van de Kaderbrief 2021-2024

Tabel: FO.04 Ontwikkelingen na vaststelling Kaderbrief 2021-2024
(x €mln.)

BEGROTING 2021

RAMING
2022

RAMING
2023

RAMING
2024

1

Meicirculaire 2020 (conform RIB)

1,5

3,1

1,0

0,8

2

Effect landelijke groei op Amersfoort

-2,5

-0,2

0,7

0,3

3

OZB-opbrengst

-0,7

-1,1

-1,5

-1,2

4

Vervallen opschalingskorting 2021

1,5

-

-

-

5

Rente

-0,7

-0,2

-

0,2

6

Dividendopbrengst

-1,0

-0,4

-0,2

-

7

Correctie dubbel budget buurtsportcoaches

0,8

0,8

-

-

8

Correctie budgetten jaarschijf 2024

-

-

-

2,0

9

Verschuiving werkbudget duurzame mobiliteit

-0,3

0,3

-

-

10

Ophogen budget Omgevingswet

-0,3

11

Opbrengst financiële maatregelen

3,0

3,8

3,3

3,3

12

Financieel effect kostendekkende producten

0,3

0,3

0,3

0,1

13

Diverse kleine verschillen

0,1

0,1

0,1

0,1

Totaal ontwikkelingen na vaststelling Kaderbrief 2021-2024

1,7

6,5

3,8

5,5

 
Na het vaststellen van de Kaderbrief door uw Raad op 14 juli 2020 hebben zich nog een aantal financiële ontwikkelingen voorgedaan die nog niet eerder in beeld waren.

  1. De groei van de rijksuitgaven werkte ook door in het gemeentefonds, waardoor Amersfoort ook meer geld ontvangt uit het gemeentefonds. U bent hierover geïnformeerd door middel van een RaadsInformatieBrief.
  2. We merken dat de rest van Nederland, relatief gezien, harder lijkt te groeien dan Amersfoort in 2021 en 2022. De financiële koek van het gemeentefonds wordt dusdanig verdeeld dat harde groeiers meer geld krijgen uit het Gemeentefonds ten koste van de gemeenten die minder hard groeien. We kunnen dit niet volledig opvangen door de eigen areaalprogrammabudgetten bij te stellen.
  3. Door diverse oorzaken blijft de OZB-opbrengst achter bij de ramingen van het voorgaande jaar. Doordat de woningbouwaantallen iets lager liggen dan vorig jaar in de begroting, betekent dit ook lagere WOZ-waardes en lagere OZB opbrengsten. Daarnaast worden er diverse kantoren omgebouwd tot woningen. De OZB-opbrengst van een kantoorgebouw is doorgaans aanzienlijk hoger dan van een woning. Dat zorgt ook voor lagere OZB-opbrengsten de komende jaren. Dit effect is het grootst en loopt de komende jaren ook op van € 0,4 miljoen negatief naar ruim structureel € 1 miljoen negatief.
  4. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft aangekondigd in haar brief over de Corona-steunmaatregelen aan gemeenten op 31 augustus 2020 dat de opschalingskorting op het gemeentefonds voor de jaarschijven 2020 en 2021 worden bevroren / opgeschort. Dit betekent een incidenteel voordeel op onze begroting van ongeveer € 1,5 miljoen in 2021. Vooralsnog loopt de opschalingskorting voor de jaren 2022 t/m 2025 op het oude structurele niveau door. Dat betekent dat we in die jaren weer gekort worden op onze gemeentefondsuitkering. Dat is verwerkt in deze begroting.
  5. Vanwege de grote hoeveelheid hypothecaire leningen aan ambtenaren die het afgelopen jaar afgelost zijn, ontvangen we minder rente-opbrengsten dan we eerder verwacht hadden. De hypotheekportefeuille is in een paar jaar tijd afgenomen van ruim € 90 miljoen naar ongeveer € 50 miljoen. We verwachten dat dit nadeel de komende jaren verder afloopt en ook deels gecompenseerd wordt door de naar verwachting laag blijvende rente.
  6. Vanwege Corona keert de BNG vooralsnog geen dividend uit. Ook andere verbonden partijen keren om diverse redenen minder of geen dividend uit. Dit levert een nadeel op voor onze begroting. We verwachten dat de komende jaren de dividenduitkeringen weer langzaam naar het oude niveau zullen groeien, zodat we in 2024 weer op het gebruikelijke niveau zitten.
  7. We krijgen als gemeenten geld uit het gemeentefonds voor de buurtsportcoaches. Dat kregen we voorheen altijd incidenteel, terwijl de buurtsportcoaches zelf als een structurele last in onze begroting stonden. We hebben er vaak bij het ministerie op aangedrongen om ook de gemeentefondsmiddelen hiervoor structureel te maken. Dat is uiteindelijk gebeurd. Per abuis is daarbij dat geld administratief 2 keer in het beleidsprogramma was opgenomen, wat niet had gemoeten. Dit is nu gecorrigeerd en levert een voordeel op in de jaren 2021 en 2022.
  8. Door het actualiseren van investeringen (zoals het verschuiven van investeringen) zijn de kapitaallasten met name voor de jaarschijf 2024 aangepast. Daarnaast zat er een dubbelling in de bijdrage van de schoolbesturen en valt de storting in de saldireserve vrij die de jaren ervoor wel gedaan werd ten behoeve van Stadshart en Duurzame mobiliteit. Samen zorgt dat voor een positief verschil in 2024 van ongeveer incidenteel € 2 miljoen.
  9. Duurzame mobiliteit heeft in 2021 wel personele capaciteit maar geen uitvoeringsbudget; in 2022 was er wel uitvoeringsbudget maar geen personele capaciteit. Daarom stelt ons College voor om de uitvoeringscapaciteit uit 2022 naar voren te halen, zodat er in 2021 ook uitvoeringscapaciteit is. Dit betekent een nadelig incidenteel effect van € 0,3 miljoen op de jaarschijf 2021 en een positief incidenteel effect van hetzelfde bedrag op de jaarschijf 2022.
  10. Om goed voorbereid te zijn op de invoering van de Omgevingswet in 2022, hebben we in 2021 nog incidenteel € 0,3 miljoen extra nodig.
  11. Ons College heeft naar aanleiding van het debat in uw Raad op 7 juli nog eens kritisch gekeken naar diverse budgetten. Daarbij stellen wij voor om niet verplichte middelen uit de Reserve wijkse voorzieningen Vathorst en een deel van de reserves Bodembescherming, Ruimtelijke Investeringen en  Amandomuseum vrij te laten vallen; Daarnaast willen we de BTW die drukt op de verwerking van afval meenemen in de tarieven; stellen we voor om de toeristenbelasting met ingang van 1 juli 2021 in te voeren voor een bedrag van € 2 per persoon per overnachting; omdat we merken dat de Verkeersregelinstallaties langer meegaan, verlengen we de afschrijvingstermijn; daar waar her en der nog ruimte in de begroting zat (bij maaiveldparkeren, re-integratie, bij Parkeerservice)  hebben we die vrij laten vallen; we willen het fiscaliseren van parkeren gaan uitbreiden; bij de afdeling Burgerzaken willen we alleen maar op afspraak werken en daarnaast onderzoeken we of we het trouwen op locatie kostendekkend kunnen maken;  we voeren een generieke besparing door op de bedrijfsvoering die oploopt met € 0,2 miljoen per jaar;
  12. De doorbelasting van de (overhead) bedrijfsvoeringskosten naar de producten waar we tarieven voor mogen vragen, heeft een positief effect op onze begroting van € 0,3 miljoen in de jaren 2021 tot en met 2022. In 2024 is dit effect € 0,1 miljoen.
  13. Daarnaast is er een aantal kleinere afwijkingen die impact hebben op het begrotingssaldo.

Dit alles leidt tot een begroting die de eerste drie jaren structureel sluitend is, alhoewel we in al die jaren meer geld uitgeven dan we binnen krijgen. Datgene dat we jaarlijks méér uitgeven, zullen we onttrekken aan de saldireserve.

Tabel: FO.05 Verloop begrotingssaldo 2021-2024
(x €mln.)

BEGROTING 2021

RAMING
2022

RAMING
2023

RAMING
2024

1

Begrotingssaldo na Kaderbrief 2021-2024

-7,7

-10,9

-10,9

-15,8

2

Financiële ontwikkelingen na vaststelling Kaderbrief 2021-2024

1,7

6,5

3,8

5,5

Waarvan incidenteel

-9,7

-9,0

-7,6

-9,0

Waarvan structureel

3,7

4,6

0,6

-1,2

Deze pagina is gebouwd op 12/09/2020 13:28:21 met de export van 11/24/2020 14:10:26